EKH

Even iets verder terug in de tijd: Jarenlang waren er de zogenoemde P-bladen van de Arbeidsinspectie geweest. Die bevatten – ook voor elk afzonderlijk hijs- en hefmiddel (kettingenwerk, hijsbanden, evenaars, sluitingen etc.) – de toelichting op wetsvoorschriften met betrekking tot gebruik én certificering. Achterin zo’n P-blad stond een lijst van bedrijven die als gecertificeerde trekinrichting waren erkend en dus de jaarlijkse verplichte keuring en beproeving mochten uitvoeren. Ook die P-bladen – inhoudelijk zeer ingewikkeld en later omgedoopt tot AI-bladen - kwamen door de Arbeidsomstandighedenwet te ver- vallen. Aan het bedrijfsleven de taak zelfregulerend op te treden. Dat bracht enkele keuringsbedrijven op de gedachte om een geheel eigen certificatiesysteem in het leven te roepen. Navraag bij de overheid leerde dat men dat een uitstekend idee vond. Wel klonk het nadrukke- lijke advies om een zo groot mogelijk draagvlak te creëren. Met andere woorden: ervoor te zorgen dat al die 80 bedrijven uit de lijst eraan zouden meedoen. Hogere kwaliteit en meer Dat bleek een nuttig advies. Goede afspraken en afstemming van de manier van werken zouden immers niet alleen tot sanering van de sector en dus tot hogere kwaliteit leiden. Een goed certificatiesysteem kon óók een einde maken aan de oneerlijke concurrentie. Iets wat velen al lang een doorn in het oog was. Er waren té veel bedrijven die een loopje namen met de regels, zich er bij keuring en beproeving met een Jantje van Leiden van afmaakten en zo tegen wel heel lage vergoedingen konden werken. 2 5 J A A R E K H 7

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=